Zuivelbenamingen mogen niet op plantaardige producten staan
Benamingen als sojamelk, tofuboter en vegetarische kaas zijn niet toegestaan. Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat zuivelbenamingen, zoals 'melk', 'room', 'boter', 'kaas' of 'yoghurt', niet mogen worden gebruikt voor de aanduiding van zuiver plantaardige producten. Dit geldt ook wanneer de benamingen worden aangevuld met een beschrijving waaruit de plantaardige oorsprong van het betrokken product blijkt. Er gelden wel een aantal uitzonderingen, zoals pindakaas en kokosmelk.
Deze uitspraak heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie gedaan in het kader van een geding dat speelde in Duitsland tussen Verband Sozialer Wettberb en TofuTown. Het Duitse TofuTown vervaardigt en distribueert vegetarische en veganistische levensmiddelen. Zuiver plantaardige producten worden onder benamingen als 'Soyatoo Tofubutter', 'Pflanzenkäse' en 'Veggie-Cheese' in de handel gebracht. Verband Sozialer Wettbewerb, een Duitse vereniging die zich onder andere bezighoudt met de bestrijding van oneerlijke mededinging, is van mening dat dergelijke benamingen misleidend zijn.
Volgens TofuTown is er absoluut geen sprake van misleiding. Zij is van mening dat de consument prima in staat is de benamingen te begrijpen, zeker omdat de benamingen niet afzonderlijk worden gebruikt, maar samen met termen die verwijzen naar de plantaardige herkomst van de betrokken producten, zoals 'tofuboter' of 'rice spray cream'.
De Duitse rechter kwam er niet uit en besloot de zaak te schorsen. Aan het Hof van Justitie werd duidelijkheid gevraagd over juiste uitlegging van een aantal bepalingen van verordening (EU) nr. 1308/2013 (gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten). In deze verordening zijn onder andere definities, aanduidingen en verkoopbenamingen vastgesteld voor melk- en zuivelproducten.
De verwijzende rechter wilde duidelijkheid over de juiste interpretatie van artikel 78, lid 2 en bijlage VII, deel III bij verordening nr. 1308/2013. Het Hof van Justitie moest duidelijkheid verschaffen of deze bepalingen zo moeten worden geïnterpreteerd, dat de betreffende zuivelbenamingen niet mogen worden gebruikt bij de afzet en reclame van een zuiver plantaardig product, zelfs wanneer de benamingen worden aangevuld met een verduidelijking dat het gaat om een product van plantaardige oorsprong.
In zijn arrest oordeelt het Hof dat, ten behoeve van de afzet en reclame, de benaming 'melk' in beginsel niet wettelijk kan worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden. Uit de verordening blijkt duidelijk dat melk een product van dierlijke oorsprong is (bijlage VII, deel III, punt 4). Ook benamingen als 'wei', 'room', 'boter', 'kaas' en 'yoghurt' mogen, behoudens een aantal uitdrukkelijk bepaalde uitzonderingen, niet worden gebruikt om een zuiver plantaardig product aan te duiden.
Het Hof voegt hier nog aan toe dat het verbod niet ingaat tegen het evenredigheidsbeginsel of het beginsel van gelijke behandeling. Zelfs als er verduidelijkende of beschrijvende aanvullingen worden toegevoegd, bestaat er nog steeds kans op verwarringsgevaar bij de consument. Ook wijst het Hof er op dat er geen sprake is van ongelijke behandeling, omdat producenten van vegetarische of veganistische vlees- of visvervangers niet zijn onderworpen aan vergelijkbare beperkingen. Het gaat immers om uiteenlopende producten die aan verschillende regels zijn onderworpen.